The conductor
Swinging all around town
The conductor has it in the bag
No one tells him what’s up and down
No one interrupts his daily brag
Arrogance wouldn’t be the word, however
It wouldn’t be prudence either
The conductor is simply too clever
For the negative connotation fever
Standing up straight on all two’s
Cueing the trumpets and strings
Tryin' to give the violas the blues
These are some of his favourite things
Singing along with a grunting tone
Jumping up and down the stage
The conductor is never alone
He’s got everyone on his page
De dag ervoor
Daar zitten we samen, als houtduiven in de takken
De toekomst komt eraan, snel, rennen we weg of blijven we staan?
Het maakt me niet uit of dit gedicht mooi is
Luna is geboren met een onverschilligheid tegenover kunst, gelukkig maar
Zou ik wel eens van kunnen leren
Waar is het gebleven? Het nu?
Lijkt ver weg te zijn, het is graven, graven, graven
Anticiperend op het verdriet, zit ik naast mijn moeder en hond
Moeder leest wat, ik schrijf wat
Luna ligt voor me. Ze kreeg net wat eten van mama.
Stiekem hoopt ze op meer.
Morgen krijgt ze iets anders.
Dan krijgt ze een spuit van de dierenarts, en dan is het tot ziens bewustzijn
Tot ziens hond met zachte vacht
Haiku
Ik keek haar toen aan
Ze glimlachte mooi en koud
Gebleven tot drie
Anders doen we niet
Niet meer dan nodig moet zijn
Om te glimlachen
Dark and sacred here
Where all the nights are faded
And I’m dreaming free
De deksel
Het doet pijn de deksel dicht te slaan
Nooit had ik daar last van
Als een brutale gans in het water
Ging ik door mijn bestaan
Die dagen verzwolgen door het heden
Opgeslokt en opgeboerd
De sluiting is strak
Omgeven door schuld
Zo waan ik mij door de uren
Kilometers afstand maar meters ver
Wat gebeurde er allemaal
Gifgroene adem in mijn nek
Radiostemmen in het donker
Geen stappen naar boven
Liegen mijn hobby
Achterbaks mijn ziel
Al die keren wist ik het al
En toch mag ik er zijn
The just because poem
Just a just because poem
Because ‘why not?’ I questioned
The question posed just to show ‘em
That I’m a great poem contestant
A few tied together words
Ending in an ABAB rhyme
Maybe some adjectives in thirds
Will make the poem super-douper-trouper fine
The topic isn’t of signifance
The context is of any less
The meaning won’t make any difference
To the just because poem’s success
Ochtendschreeuw
Wind ruiste door de kamer
Kopieën van oude gesprekken
Ergens opgeslagen in het hoofd
Wanden bekleed met angst
Een ansichtkaart van Spanje
De kus van Klimt
En toch kon ik het niet zien
Voelsprieten naar rechts
Ergens daarboven kwam het vandaan
De laatste keer ook al
Nu wel met kracht helaas
Ik was een kind, nog steeds
De pupillen van onze ogen
Ze konden niet praten
Daar was het te druk voor
Napoleon weet het
Elvis weet het ook
Niemand anders kan het zien
Mogelijk de hond, maar die is doof
Face up
Dreamers are punished for dreaming too loud
Sometimes I do get it
Startling during your apology
Why was the sobbing so accurate
Even canines could follow you
Facing upwards in the middle of the night
Melatonin starting to kick in
But it’s not that time yet
Where do I go with all of these thoughts
What address do I fill in for my hyperactivity
The great-grandparents or maybe the australopithecus
These things are the same
Start making up your mind already
This almost falling asleep feeling is great
I understand this
Everyone will understand it